De reis om de wereld in tachtig dagen在线阅读

De reis om de wereld in tachtig dagen

Txt下载

移动设备扫码阅读

Zeven en Dertigste Hoofdstuk.

Waarin aangetoond wordt dat Phileas Fogg niets gewonnen heeft door zijne reis om de wereld, behalve zijn geluk.

Ja, Phileas Fogg was er in eigen persoon.

Men herinnert zich dat 's avonds vijf minuten over achten—omstreeks vier en twintig uur na zijn aankomst te Londen—Passepartout door zijn meester belast was om den eerwaarden Samuel Wilson te waarschuwen, ten einde een zeker huwelijk, dat den anderen morgen zou plaats hebben, te sluiten.

“Zaterdag? Onmogelijk!”

“Wilt gij nog altijd met mij huwen, mevrouw?”

“Wat is er?” vroeg Fogg.

“Wat is er, Passepartout?”

“Wat er is, mijnheer! Zoo even verneem ik....”

“Wat dan?”

“Want morgen ... zondag!”

“Waarom?”

“Onmogelijk?”

“Onmogelijk, voor morgen.”

“Ongetwijfeld,” antwoordde Fogg, wanneer wij niet over Indië waren gegaan. Maar zoo ik de reis niet over Indië had genomen, zou ik Aouda niet hebben gered; zij zou mijne vrouw niet wezen, en....”

“Neen ... vandaag zaterdag.”

“Mijnheer Fogg,” antwoordde Aouda, “het is aan mij om u die vraag te doen. Gij waart arm, nu zijt gij rijk....”

“Mijn meester,” stamelde Passepartout, “huwelijk ... onmogelijk”

“Met uw verlof, mevrouw, dit fortuin behoort u. Zoo gij niet aan dit huwelijk gedacht had, zou Passepartout niet naar den eerwaarden Samuel Wilson gegaan zijn; en zou ik niet uit mijne dwaling zijn geholpen en....”

“Maandag,” antwoordde Fogg.

“Ja, ja, ja!” riep Passepartout. “Gij hebt u een dag vergist. Wij zijn vier en twintig uren te vroeg aangekomen, maar gij hebt nog maar tien minuten tijd.”

“Dierbare mijnheer Fogg!...” zeide de jonge vrouw.

“Dierbare Aouda,” antwoordde Fogg.

“Dat wij de reis om de wereld in negen en zeventig dagen konden maken.”

Phileas Fogg had, zonder het te weten, een dag op zijne reis gewonnen door dat hij van het westen naar het oosten ging. Hij zou dien dag integendeel verloren hebben zoo hij van het oosten naar het westen ware gegaan.

Phileas Fogg had zijne weddenschap van twintig duizend pond gewonnen.

Phileas Fogg had zijn reis om de wereld in tachtig dagen volbracht.

Phileas Fogg had dus zijne weddenschap gewonnen. Hij had zijne reis in tachtig dagen volbracht. Hij had om dit te doen alle middelen van vervoer gebruikt: mailbooten, spoorwegen, rijtuigen, jachten, koopvaardijschepen, zeilsleden en olifanten.

Phileas Fogg had dus de twintig duizend pond gewonnen. Maar daar hij op weg ongeveer negentien duizend pond verteerd had, was het geldelijk voordeel zeer weinig. Intusschen, zooals men weet, had deze zonderlinge gentleman slechts gevaren en geen geld gezocht. Hij verdeelde zelfs die duizend pond tusschen den eerlijken Passepartout en den ongelukkigen Fix, wien het hem onmogelijk was een kwaad hart te blijven toedragen.

Passepartout was opgewonden van blijdschap vertrokken en was naar het huis van den eerwaarden Samuel Wilson gesneld, die nog niet te huis was. Passepartout wachtte natuurlijk, maar hij wachtte ten minste twintig lange minuten. Het was vijf minuten voor half negen toen hij uit het huis van den eerwaarde ijlde. Maar in welk een toestand! De haren verward, zonder hoed, loopende, loopende zóo hard als men nog nooit iemand had zien loopen; hij wierp de voorbijgangers omver en vloog als een haas over de steenen.

Passepartout had zijn meester ondertusschen bij zijn kraag gegrepen en trok hem met onwederstaanbare kracht voort.

Men begrijpt dat de verbinding acht en veertig uren later gesloten werd en Passepartout, prachtig en schitterend aangekleed, was getuige bij het huwelijk der jonge dame. Had hij haar niet gered, en kwam hem er niet alle eer van toe?

Maar hoe had een man, die zoo stipt en nauwkeurig was, zich een dag kunnen vergissen? Hoe had hij kunnen gelooven dat het zaterdagavond den 21sten December was, toen hij te Londen kwam, terwijl het pas vrijdag 20 December was—alzoo eerst negen en zeventig dagen na zijn vertrek uit Londen.

Maar den anderen morgen bij het aanbreken van den dag, klopte Passepartout met groot gedruisch aan de deur van zijns meesters kamer.

Fogg, zóo voortgesleept, zonder den tijd te hebben een oogenblik na te denken, verliet zijn kamer en zijn huis en sprong in een rijtuig met Passepartout, beloofde honderd pond aan den koetsier en na twee honden overreden en twee rijtuigen omvergeworpen te hebben, kwamen zij aan de Reform-club.

En de heer Fogg sloot bedaard zijn deur.

Dit zou het groote horloge van Passepartout, dat altijd met de Londensche klok gelijk ging, aangewezen hebben zoo het, ter zelfder tijd dat het de minuten en de uren aanwees ook de dagen had aangewezen.

Dien avond vroeg Fogg, als altijd even kalm en even flegmatiek aan Aouda:

De zonderlinge man had al zijn koelbloedigheid en stiptheid in deze zaak getoond. Maar wat nu? Wat had hij er bij gewonnen? Wat had hij van deze reis medegebracht?

De reden van deze dwaling is zeer eenvoudig.

De klok wees kwart voor negenen, toen hij in de zaal trad.

De deur ging open en Fogg verscheen.

Daar Fogg zijn weg in een oostelijke richting volgde, trok hij de zon tegemoet en dientengevolge werden de dagen voor hem zooveel maal vier minuten korter, als hij graden in deze richting aflegde. Er zijn drie honderd zestig graden op den omtrek der aarde, die drie honderd zestig graden vermenigvuldigd met vier minuten, geven juist vier en twintig uren—dat is te zeggen één dag, dien men alzoo zonder het weten wint. Met andere woorden, nu Phileas Fogg oostwaarts trok, zag hij de zon tachtig maal den meridiaan passeeren, terwijl zijne collega's, die te Londen bleven, dit slechts negen en zeventig maal zagen. Van daar dat het op zaterdag en niet op zondag was, zooals Fogg meende, dat zij hem in de zaal der Reform-club wachtten.

Binnen drie minuten was hij weer in Saville-Row teruggekeerd, en viel buiten adem in de kamer van Fogg. Hij kon niet spreken.

Niets, zal men zeggen. Ja toch, eene schoone vrouw, die hem—hoe onmogelijk dit ook moge schijnen—tot den gelukkigsten man op aarde maakte.

1.39%
Zeven en Dertigste Hoofdstuk.