De reis om de wereld in tachtig dagen在线阅读

De reis om de wereld in tachtig dagen

Txt下载

移动设备扫码阅读

Tiende Hoofdstuk.

Waarin Passepartout maar al te blij is dat hij met het verlies zijner schoenen er af komt.

Iedereen weet dat Indië, deze groote omgekeerde driehoek, wiens basis in het noorden en toppunt in het zuiden gelegen is, een oppervlakte heeft van veertien honderd duizend vierkante mijlen, en een zeer ongelijk verspreide bevolking telt van honderd tachtig millioen inwoners. Het britsche Gouvernement oefent onbepaald gezag uit over een zeker gedeelte van dit onmetelijke land, en heeft te Calcutta een gouverneur-generaal, als ook gouverneurs te Madras, Bombay en Bengalen en een luitenant-gouverneur te Agra.

Maar eigenlijk Engelsch-Indië heeft niet meer dan een oppervlakte van zeven honderd duizend vierkante mijlen, met een bevolking van honderd a honderd tien millioen inwoners. Daaruit blijkt genoegzaam, dat de koningin over een aanzienlijk deel van dit grondgebied niet regeert, en inderdaad, de woeste en geduchte hindoesche rajahs in het binnenland zijn nog geheel onafhankelijk.

“Voor de katten, mylord?”

“Neen,” zeide hij, “ik blijf: een vergrijp op het engelsch grondgebied.... Ik heb mijn man.”

“Mijnheer,” zeide hij, hem strak aanziende, “is dat konijn?”

“Mijnheer de logementhouder,” hernam Phileas Fogg koel, “zweer niet, maar herinner u slechts dit: vroeger werden de katten in Indië als heilige dieren beschouwd. Dat was een goede tijd.”

“Ja, mylord,” antwoordde deze zonder blikken of blozen.

“Ik hoop dat dit u niet meer gebeuren zal,” antwoordde Fogg bedaard, en nam plaats in een der waggons.

“Gemauwd! Maar! mylord! een konijn! Ik bezweer u....”

“En ook voor de reizigers.”

“En het heeft niet gemauwd, toen men het doodde?”

Ziehier in het kort de richting van den Great Indian Peninsular Railway. Wanneer hij het eiland Bombay verlaat, passeert hij Salsette, komt op het vasteland juist tegenover Tannah, doorsnijdt het oostelijk gedeelte van de bergketen Ghâtes, strekt zich vervolgens naar het noorden uit tot aan Burhampore, slingert zich door het nagenoeg onafhankelijke landschap van Bundelkund, buigt zich tot Allahabad en dan naar het oosten, ontmoet daar den Ganges bij Benares, verwijdert er zich een weinig van, om vervolgens weder door het zuid-oosten over Burdivan en de fransche stad Chandernagor te Calcutta te eindigen.

Wel begaf Passepartout, na dit carneval der Parsis nog eenigen tijd te hebben aanschouwd, zich naar het station, maar toen hij het prachtige afgodsbeeld van Malabarhill voorbij ging, rees het noodlottige plan bij hem op, om het inwendige ook eens te bezichtigen. Twee dingen waren hem evenwel geheel onbekend: ten eerste dat de toegang tot sommige hindoesche afgodstempels den christen verboden is, en ten tweede, dat de geloovigen er zelven niet mogen ingaan zonder hunne schoenen aan de deur uit te doen. Men moet hierbij opmerken, dat het engelsche Gouvernement, om politieke redenen, den godsdienst van dit land eerbiedigt en tot in de kleinste bijzonderheden koel doet eerbiedigen, en dat een ieder, die deze regels overtreedt, streng gestraft wordt.

Vijf minuten voor achten, dus slechts eenige minuten voor het vertrek van den trein, kwam Passepartout, blootshoofd, barrevoets, in de verwarring zijn pakje met boodschappen verloren hebbende, aan het station van den Great Indian Peninsular Railway.

Toen Fogg deze opmerking gemaakt had, vervolgde hij rustig zijn diner.

Toen Fix aan de aanlegplaats kwam, was hij Fogg gevolgd naar het station. Hij begreep dat de schurk Bombay ging verlaten. Hij had terstond zijn plan gevormd en wel om hem te volgen tot Calcutta en, zoo het noodig was, nog verder. Passepartout zag Fix niet, daar deze zich schuil hield, maar Fix hoorde Passepartout zijn lotgevallen in korte woorden aan zijn meester vertellen.

Te Bombay dacht hij er evenmin aan om iets te gaan zien van de wonderen, noch het stadhuis, noch de prachtige bibliotheek, noch de vesting, noch de dokken, noch de katoenmarkt, noch de winkels, noch de moskeeën, noch de synagogen, noch de armenische kerken, noch den prachtigen afgodstempel van Malabar-hill, versierd met zijne twee veelhoekige torens. Hij bezichtigde ook niet de meesterstukken van ivoor, noch die geheimzinnige onderaardsche begraafplaatsen, welke aan de zuid-oostzijde der reede verborgen zijn, noch de kanherische grotten op het eiland Salsette, bewonderenswaardige overblijfselen der boeddhistische bouwkunde. Niets van dat alles. Toen hij van het bureel der paspoorten terugkwam, begaf Phileas Fogg zich bedaard naar het station en ging daar dineeren. Onder de verschillende gerechten prees de kastelein hem zeer aan een ragout van inheemsche konijnen, die uitstekend moest wezen.

Sedert 1576—toen de eerste engelsche kolonie gesticht werd op de plek waar het tegenwoordige Madras ligt—tot het jaar, waarin onder de Cipayers een groote opstand plaats had, was de beroemde Indische Compagnie alvermogend. Zij annexeerde langzamerhand de verschillende provinciën, die zij van de rajahs kocht tegen renten, welke zij niet of bijna niet betaalde; zij stelde haren gouverneur-generaal en alle verdere ambtenaren in burgerlijke of militaire betrekkingen aan; maar nu is zij te niet gegaan, en de engelsche bezittingen in Indië behooren rechtstreeks aan de kroon.

Phileas Fogg bestelde zulk een konijnenragout, proefde dien zeer nauwkeurig, maar ondanks zijne gekruide saus, vond hij hem afschuwelijk.

Passepartout, die volstrekt geen kwaad vermoedde en als een onnoozel reiziger het inwendige van Malabar-hill met zijn verblindende brahmaansche versierselen van klatergoud bewonderde, werd plotseling op de geheiligde steenen geworpen. Drie priesters snelden in vreeselijke woede naar hem toe, trokken hem zijne schoenen en kousen uit en begonnen hem duchtig te slaan, waarbij zij onverstaanbare kreten deden hooren.

Ongelukkig voor hem en voor zijn meester, wiens reis hij dreigde in gevaar te brengen, dreef hem zijne nieuwsgierigheid verder dan hem wel betaamde.

Mijnheer Fogg nam dus van zijne medespelers afscheid, verliet de mailboot, gaf aan zijn bediende eenige inlichtingen omtrent boodschappen, die deze te doen had, en beval hem zeer uitdrukkelijk aan om vooral vóór acht uur aan het station te wezen; en met zijn gelijkmatigen tred, den slinger van een klok gelijk, begaf hij zich naar het bureel voor de paspoorten.

Men had niets ontvangen. Ook kon dat bevel nog niet zijn aangekomen, daar het eerst na Fogg moest zijn afgezonden.

Maar na de laatste bevelen, die zijn meester hem gegeven had, toen hij de Mongolia verliet, begreep Passepartout wel, dat het te Bombay evenzoo zou gaan als te Suez en te Parijs: dat de reis hier niet zou eindigen en zij ten minste nog tot Calcutta zou worden voortgezet en misschien nog wel verder. Hij begon zich dan ook af te vragen of die weddenschap niet ernstig was gemeend en of het noodlot hem niet medesleepte—hem die zoo rustig hoopte te leven—om een reis om de wereld te maken in tachtig dagen.

Maar de vlugge en sterke Franschman was met een sprong weder op de been, en met een stomp en een schop wierp hij twee van zijne tegenstanders op den grond, die erg in hun lange kleederen verward geraakten, waarop hij zoo gauw hij kon den tempel uitliep, zoodat hij al spoedig den anderen Hindoe vooruit was, die hem was nageloopen en het volk op hem aanhitste.

In afwachting wandelde hij na eenige hemden en sokken gekocht te hebben, de straten van Bombay eens door. Er heerschte groote drukte, en te midden van Europeanen van elken landaard, zag hij Perzen met puntige mutsen, Bunhyas met ronde tulbanden, Armeniërs met lange kleederen, Parsis met zwarte bisschopsmutsen enz. Het was juist het feest, gevierd door de Parsis of Goeboes die rechtstreeks afstamden van de volgelingen van Zoroaster, welke de meest nijvere, beschaafde, ontwikkelde en aan hun landaard getrouwe Hindoes zijn en tot welk ras de rijkste kooplieden onder de inboorlingen van Bombay behoorden. Dien dag vierden zij een soort van godsdienstig carnaval met optochten en allerlei vermakelijkheden, waarbij ook bayadères tegenwoordig waren in rooskleurige tulle gekleed, behangen met goud en zilver, en die op de tonen der viool en van den tam-tam bewonderenswaardig dansten, ofschoon zij geen oogenblik de regelen der welvoegelijkheid overschreden. Het zal wel overbodig zijn te zeggen, dat Passepartout deze merkwaardige plechtigheden beschouwde met wijd opengespalkte oogen en ooren om des te beter te zien en te hooren, en dat zijne houding en zijn gelaat volkomen geleken op die van een kind, dat pas kwam kijken.

Hij liet den logementhouder komen.

Het was 's namiddags half vijf toen de Mongolia te Bombay aankwam, en de trein naar Calcutta vertrok precies om acht uur.

Het karakter des lands, de zeden, de ethnographische indeeling van dit uitgestrekte schiereiland wijzigen zich elken dag. Voorheen reisde men er met verschillende ouderwetsche vervoermiddelen, te paard, te voet, met karren, kruiwagens, draagstoelen, op den rug van bedienden, in koetsen enz. Thans zijn het stoombooten, die met groote snelheid den Indus en den Ganges bevaren, terwijl een spoorweg Indië in zijne geheele breedte doorsnijdt en zich in verschillende takken splitst, zoodat Bombay en Calcutta slechts drie dagen van elkaar verwijderd zijn.

Fix was zeer teleurgesteld. Hij vorderde van den directeur een bevel tot inhechtenisneming van den heer Fogg. De directeur weigerde. De zaak betrof de politie in de hoofdstad en deze alleen kon dus ook het bevel uitvaardigen. Deze vastheid van beginselen, deze strenge inachtneming der wet is zeer verklaarbaar door de engelsche zeden, die, in zake van persoonlijke vrijheid, volstrekt geen willekeur toelaten.

Fix drong er ook niet meer op aan, en begreep dat hij het bevel tot inhechtenisneming moest afwachten. Maar hij besloot toch zijn geheimzinnigen schurk niet uit het oog te verliezen, zoolang deze te Bombay vertoefde. Hij twijfelde er niet aan of Phileas Fogg zou eenige dagen te Bombay blijven,—men weet, dit was ook Passepartout's overtuiging—zoodat het bevel van inhechtenisneming nog altijd vroeg genoeg zou aankomen.

Eenige oogenblikken na den heer Fogg, kwam ook de inspecteur Fix, die eveneens de Mongolia verlaten had, bij den directeur van politie te Bombay. Hij maakte zich als detective bekend, alsmede de zending waarmede hij belast was, en zijn toestand tegenover den vermoedelijken dief. Toen vroeg hij of men een bevel tot inhechtenisneming ontvangen had?

De spoorweg doorsnijdt Indië niet in eene rechte lijn; de afstand hemelsbreed is niet meer dan duizend of elf honderd mijlen en de treinen, die slechts met een matige snelheid rijden, zouden geen drie dagen noodig hebben om het van het eene einde naar het andere einde over te steken; maar deze afstand wordt wel een derde grooter door de bocht over Allahabad, dat in het noorden van het schiereiland is gelegen.

De arme knecht volgde met bloote voeten en nog geheel verslagen, zonder een woord te spreken, zijn meester. Fix ging in een anderen waggon, toen eensklaps een gedachte hem weerhield en zijn plan van vertrek wijzigde.

Op dit oogenblik deed de locomotief een schel gefluit hooren en de trein verdween in de duisternis.

2.61%
Tiende Hoofdstuk.